Van sober Heidekruisje naar verzorgde WOII-Herdenkingssite in Boxberg-Genk
Waar eens een heidevlakte het landschap bepaalde, zorgde op 31 augustus 1941 een neergestorte Britse Vickers Wellington met registratienummer R 1703 voor een omgewoelde vlakte. Vlakbij de plaats waar zich thans de basisschool van Boxberg bevindt, haalden Duitsers drie lijken onzacht uit een nog smeulend toestel . Volgens ooggetuige Gerard Thijs riep een Duitse militair : “Lass die Knochen doch brennen!” Bewoners van Boxberg waren getuige van een heus oorlogsdrama.
Laten we echter eerst een stukje voorgeschiedenis schetsen. Na de slag om Engeland werd de R.A.F. (Royal Air Force) vanaf midden 1941 meer en meer ingezet voor de bevrijding van bezette gebieden. Ook wilden de Britten door bombardementen een mogelijke invasie van hun land door de nazi’s voorkomen.
Op 31 augustus zullen 108 toestellen een nachtelijke raid op Keulen ondernemen. Het weer is die nacht boven Keulen barslecht. Slechts 68 vliegtuigen bereiken hun hoofddoel. Een Duitse legerbron vermeldt over die nacht ‘Enkele bommen en één dode’.
Spoelen we nu even terug naar onze Vickers Wellington R 1703. Op 31 augustus 17 uur 30 (Engelse tijd) vindt op de basis Oakington een briefing plaats onder leiding van Wing Commander D.R. Biggs. Hij licht een zich moeilijk aankondigende vlucht toe. Zeven toestellen zullen vanaf Oakington (Cambridgeshire) worden ingezet. De Wellington krijgt een lading zware brandbommen mee , onder meer drie zware bommen van 500 lbs en één van 250 Ibs .
De bemanning bestaat uit zes vliegeniers. Op hun terugweg naar Engeland krijgt hun toestel af te rekenen met Duitse nachtjagers. Twee uren na de start komen drie bemanningsleden om met hun toestel R 1703. Eerste piloot John Ashton , waarnemer sergeant John Redden en radio-operator sgt Ernest Lane hebben de vlucht niet overleefd. De Duitse Wehrmacht is snel ter plaatse in Boxberg. Van het toestel blijft er na een brand en ontploffing niet meer over dan verspreide wrakstukken. Reeds ’s morgens brengt men drie lijkkisten om hen naast het wrak in de heidevlakte te begraven. Later verhuizen hun lichamen naar het WGC-kerkhof van Schaffen .
Beter vergaat het drama voor Sgt John Hutton, Robert Wood en Leonard Warburton (Redden en Wood waren Canadezen ) . Dankzij de stuurkunst van Ashton kunnen zij zich redden met hun parachute.
Hutton en en Warburton weten te ontsnappen met de hulp van enkele boeren uit de buurt. Van Warburton weten we dat hij onderdak vindt bij de familie Colaris te Hasselt.
Samen met Colaris’ vrouw, Berthe Bové, raakt hij per trein in Brussel. Daar zorgt het netwerk Dédé dat hij Engeland bereikt via Spanje. In 1946 keren Henri Colaris en Warburton terug naar de plaats van de crash in Boxbergheide. Door een wonderlijk toeval vinden ze er de ring van één van de omgekomen bemanningsleden.
Voor de opgepakte Robert Wood eindigt zijn avontuur in krijgsgevangenschap
In Boxberg waar aanvankelijk een eenvoudig kruisje de plaats van de crash aangaf , staat sinds september 1970 een heus Memoriaal ter ere van de drie gevallen vliegeniers. Aldus wil men ook alle gevallen R.A.F.-leden in Limburg eren.
Meer info: www.heidekruisje.be