QR Begraafplaats Sovjets Genk

EEN VERHAAL VAN ONTHEEMDING

Russen in Limburg tijdens WOII

 Op de stedelijke begraafplaats van Genk liggen 73 Sovjet-Russen teraardebesteld op een ereperk. De Duitsers arresteerden deze burgers en militairen tijdens het eerste jaar van ‘Operatie Barbarossa’, de aanval van nazi-Duitsland op de Sovjet-Unie die op 22 juni 1941 van start ging. Hoe kwamen 73 overwegend jonge mannen hier terecht, zo ver van hun vaderland?

Van de zomer 1941 tot de zomer 1942 maakten de Duitsers miljoenen Sovjet-Russische tegenstanders gevangen. Zij brachten hen aanvankelijk onder in verzamelkampen op Duits grondgebied en gaandeweg was het de bedoeling de Russen tewerk te stellen in de Duitse oorlogseconomie. Ze zouden de gemobiliseerde Duitse arbeiders voorlopig vervangen. De gedetineerden waren echter niet geliefd: voor de doorsnee Duitser was elke Rus een communist en dus de boeman! Gevangenen uit West-Europa, die in Duitsland dwangarbeid zouden verrichten, waren wel welkom. Vandaar dat de nazi’s vanaf oktober 1942 in België, Nederland, Luxemburg en Frankrijk de verplichte tewerkstelling invoerden. Jonge mannen van 18 tot 50 jaar en vrouwen van 21 tot 35 werden verplicht zich te melden voor deportatie naar nazi-Duitsland en zich dienstig te maken in de fabrieken.

Van de weeromstuit ontstond in West-Europa een acuut personeelstekort en de Duitse bezetter besloot de inactieve Russen daar in te zetten, vooral in de steenkoolnijverheid. Onmiddellijk werd in België, ook in het Kempense Steenkolenbekken, werk gemaakt van de oprichting van opvangkampen. In Limburg verrezen barakken in mijngemeenten als Eisden, Genk (Waterschei, Winterslag en Zwartberg), Zolder, Houthalen en Beringen.

Tussen juli 1942 en augustus 1944 verbleven 6.852 Russen in Limburg. Het hechtenisleven was er hard en dreigend, het dagelijkse werk zwaar en gevaarlijk. Russen kwamen om in mijnongevallen, overleden ten gevolge van ziekte of werden vermoord. Geen wonder dat een aantal van hen vluchtte en koos voor een onzeker bestaan, ondergedoken in de bossen, waar moesten gerekend worden op altruïstische hulp van landbouwers of verzetslui.

Niet dat deze paria’s zich zomaar gewonnen gaven. Velen van hen organiseerden zich met de hulp van weerstandsgroepen als het Geheim Leger en het Onafhankelijkheidsfront in de ‘Beweging van Russische Partizanen in België’, waaruit gewapende detachementen groeiden die zich fier ‘Za Radinoe’ (‘Voor het Vaderland’) noemden en geholpen hebben met de bevrijding van België.

Eind augustus, begin september 1944 trokken de Duitsers massaal terug en de Sovjet-Russische burgers en krijgsgevangenen werden als gijzelaars meegenomen naar Duitsland, waar zij opnieuw een tijdje in de verzamelkampen belandden tot ze bevrijd werden. Hun minder fortuinlijke makkers die eerder het leven hadden verloren (zoals de 73 van Genk), bleven in Limburg achter.